Hoofdstuk 2
De
onderwijstaak
4. Beoordeling en zelfbeoordeling
Beoordelen is intrinsiek aan
schoolse onderwijsactiviteiten: als iets aangeleerd is, is het doel dat er iets
geleerd wordt en aldus de resultaten verzameld en beoordeeld worden en deze op
hun beurt hebben invloed op het onderwijs.
Wat moet er beoordeeld worden?
Duidelijk is dat het de vooruitgang is van iedere leerling, zowel in termen van
houding en de vaardigheid iets te uit te leggen of te handelen. In onze context
van techniekonderwijs en met het eerder aanvaarde holistische onderwijsmodel,
is het duidelijk dat het leren van conceptuele inhouden een lange termijn zaak
is; en hoe kleiner het kind hoe langer de benodigde termijn.
Houdings-inhouden zijn ook altijd medium- of lange termijn, maar bij
kwesties van procedurele inhouden
kunnen we een meer omschreven voortgang verwachten.
Het is belangrijk erop te wijzen,
dat binnen ons onderwijsraamwerk, de beoordeling van de begripsinhouden uit een
bepaald gebied verlangt verklaringen te vragen en te verzamelen over feiten en
concrete situaties ( verbaal, schriftelijk, met een tekening etc.) Om een
volledig beeld te krijgen over het niveau van de leerling, moet de leerkracht
weten hoe je het niveau binnen de verzamelde verklaringen, herkent.
Hij/zij moet kennis nemen van:
De structuren van de verklaringen,
De redeneerstrategieën,
Het gebruik van de specifieke
woordenschat.
Om houding en procedurele inhouden
te boordelen, zijn de richtlijnen die tot heden gebruikt worden te(?) algemeen.
Echter, de mogelijk verschillende houdingen van meisjes en jongens tegenover
techniek vragen om een speciaal toezicht.
Het is ook noodzakelijk om de
groepsdynamica te evalueren, met speciale aandacht voor de aangenomen rollen en
de mogelijke verschillen tussen jongens en meisjes. Het is belangrijk
maatregelen te nemen om een betere balans tussen de seksen toe te passen en de
samenwerking tussen leerlingen te verbeteren.
Echter, de validiteit en
bruikbaarheid van activiteiten moet ook worden geëvalueerd. De gegevens die
verzameld zijn gedurende observatie van de leerlingen en het groepswerk
zijn het ruwe materiaal voor
evaluatieactiviteiten, ofschoon men moet voorzien of er een speciale variabele
meegenomen moet worden, bijvoorbeeld over het gebruikte materiaal, de tijd,
ruimte of werkcondities etc.
Tenslotte is het duidelijk dat als
leerkrachten onderzoek gaan doen, hun activiteiten speciale evaluatie vereist.
We zullen nu de aandacht richten
op zelfbeoordeling van zowel studenten als leerkrachten. In de afgelopen jaren
is er een gestage verandering gekomen in de betekenis van leerlingbeoordeling
naar een meer onderwijskundige en minder het idee van straf. Deze verandering
is onderdeel van een meer algemeen onderwijskundige tendens die wil dat
leerlingen zich meer bewust worden van hun leren en dat studenten meer de
verantwoordelijkheid geeft en macht om te beslissen over hun eigen
onderwijsproces.
Langs deze lijnen zijn
onderwijskundige praktijken als het contract tussen leraar en leerling,de
leerling tutor, zelfdiagnose en zelfbeoordeling geïntroduceerd.
Zelfbeoordeling vraagt van de
leerkracht te praten met de jongste leerlingen over wat ze hebben geleerd en of
ze een beetje hebben gewerkt of veel en of ze zich prettig voelen bij wat ze
gedaan hebben. Met oudere kinderen, kunnen meer uitgewerkte beoordelingen
worden geprobeerd: bijvoorbeeld, hen vragen wat ze denken dat ze weten en wat
ze denken dat ze zouden moeten weten over een bepaald onderwerp of situatie.
Hen kan gevraagd worden wat ze denken dat ze geleerd hebben na het doen van een
bepaalde activiteit; of ze kunnen gevraagd worden het te relateren aan hun
oorspronkelijke diagnose.
Dat deel van de zelfbeoordeling
van de taak van een leerkracht dat corrspondeert net de functie van
leerplanontwerp is al besproken in de evaluatie van activiteiten. De beste
manier om de richting van de activiteiten te bekijken is om de klas op video te
zetten. Deze zelfbeoordeling vraagt tijd en moet gedaan worden in een groep,
maar het is belangrijk om het soms te doen, omdat leerkrachten vaak zich niet
bewust zijn van de kenmerken van de
prestaties in de klas.
To the top