Hoofdstuk 2
Integratie van techniekonderwijs op de
basisschool
1. Inleiding
In dit
hoofdstuk proberen we erachter te komen, wat het eigenlijke probleem is waar we
mee geconfronteerd worden als het gaat
om de integratie van techniekeducatie in het primair onderwijs. Aansluitend op
de in hoofdstuk 1 beschreven stand van zaken van techniekonderwijs in de
verschillende landen en de in het vorige hoofdstuk beschreven benadering van
onderwijs geven we de consequenties aan voor de in dit project te ontwikkelen
producten.
Wat is het probleem?
Niet het kind!! Dat wil wel, zoals ook blijkt uit verscheidene
studies, waaronder met name de internationale PATT studies naar de attitude van
kinderen t.o.v. techniek. Techniek daagt uit: je kunt zelf dingen maken, je bent
even uitvinder. Er is bovendien inmiddels een ruim aanbod aan kant en klaar lesmateriaal ontwikkeld,
maar hoe krijg je de leerkracht over de drempel om het te gebruiken? Om
daadwerkelijk met techniek aan de slag te gaan? Want dat lijkt het eigenlijke
probleem: de leerkracht. Over de attitude van leerkrachten is nog slechts
weinig onderzoek gedaan. Een recent uitgevoerde kleine enquête onder
leerkrachten van een grote school in Den Haag leverde een verrassende paradox
op: de oudere leerkrachten leken meer aandacht aan techniek te besteden dan de
jongere collegas. Een verklaring zou kunnen zijn dat hoewel deze jongere
collegas wel techniek in hun opleiding hebben gekregen, zij nog minder
efficiënt onderwijs geven dan hun ervaren collegas, zodat er minder tijd is
voor extras als techniek. De ouderen op hun beurt missen echter de vakkennis
om techniekeducatie goed in te vullen, hoewel ze daar wel ruimte voor zouden
hebben. Hoewel de basis onder deze ideeën niet wetenschappelijk is verantwoord,
kan het een signaal zijn om rekening mee te houden bij het ontwikkelen van
producten.
Wat zijn de basisvoorwaarden?
In de cirkel van Basisontwikkeling
staan drie begrippen centraal, die zowel randvoorwaarden als doel zijn voor elk
leerproces. Dat geldt dus in dit geval voor zowel leerling als leerkracht:
-
zelfvertrouwen,
-
emotioneel vrij zijn en
-
nieuwsgierig zijn.
Deze voorwaarden moeten zijn
vervuld om goed te kunnen functioneren. Ze vertonen sterke overeenkomsten met
de drie begrippen van Stevens:
-
autonomie,
-
relatie en
-
competentie.
We komen daar in de volgende
paragrafen op terug.
Veelal is de aandacht sterk
gericht op de leerling, maar deze voorwaarden voor een goed lopend leerproces
zijn zeker evenzeer van toepassing op de leerkracht.
To the top